Keti Koti

Afb. header. Surinaams-Creoolse hoofddoek (angisa) ter herdenking en viering van 100 jaar afschaffing van de slavernij op 1 juli 1963.
Collectie Nationaal Museum van Wereldculturen.

Tijdens Keti Koti (Sranantongo: ketenen doorbroken) herdenken we het Nederlandse slavernijverleden, en vieren we de afschaffing van de slavernij in de voormalige Nederlandse koloniën Suriname en de Nederlandse Antillen. Op 1 juli 1863 schafte de Nederlandse regering de slavernij af. De slaveneigenaren ontvingen voor elke vrijverklaarde een vergoeding van 300 gulden. De mensen die waren vrijverklaard kregen niets, maar werden wel verplicht om nog tien jaar op de plantage te werken. Dus eigenlijk werden zij pas op 1 juli 1873 echt vrij.

Ook in WieWasWie kun je onderzoek doen naar je Surinaamse voorouders. In de database zijn verschillende Surinaamse bronnen opgenomen: Slavenregisters (1830-1863), Manumissieregisters (1832-1863), Emancipatieregister (1863) en de Eerste Algemene Volkstelling (1921). Je kunt in deze registers op naam van de vrijverklaarde en de plantage-eigenaar zoeken. Ook is het mogelijk om door de registers te bladeren. Selecteer hiervoor onder ‘Uitgebreid zoeken’ eerst bij ‘Land’ Wereld, en vervolgens bij ‘Regio’ Suriname.


Wisselbrief voor A.D. Charlouis 

Afb. Wisselbrief voor A.D. Charlouis uitgegeven door het Ministerie van Koloniën op 23 juli 1863 in Suriname ter waarde van driehonderd gulden.
Collectie Rijksmuseum Amsterdam.

 

Emancipatieregister 1863

Mensen in slavernij hadden alleen een voornaam. Pas als zij vrij werden kregen ze een achternaam en soms ook andere voornamen. Officieel werd deze naam toegekend door het gouvernement. De achternaam kon zijn afgeleid van de plantagenaam zoals ‘Dankbaarheid’, een omkering van de achternaam van de plantage-eigenaar, bijvoorbeeld ‘Namsom’ (Samson), of bestaan uit een kenmerk van de persoon, zoals ‘Bejaard’ of ‘Jeugdig’.

Als je zoekt naar de levensloop van een voorouder die in 1863 vrij werd, dan kun je deze persoon het beste eerst in het Emancipatieregister 1863 op zoeken. Hierin staan de nieuwe voor- en achternaam vermeld, evenals de voormalige ‘slavennaam’ en de naam van de plantage of toenmalige eigenaar. Met deze ‘slavennaam’ kan vervolgens in de slavenregisters verder worden gezocht naar de voorouder.

inschrijving van Brielletje

Afb. Inschrijving van Brielletje in het register (1851-1863) van de plantage Alkmaar. Collectie Nationaal Archief Suriname / WieWasWie.

 

Zo kan ook de levensloop van Brilletje Magdalena Weltevreden deels worden gevolgd. Brielletje of Briellette, zoals ze voor haar vrijverklaring heette, wordt voor het eerst vermeld in het slavenregister van 1838. In dat jaar verrichtte zij gedwongen arbeid op de koffieplantage Frederiksdorp. In 1841 werd zij door de eigenaar overgeplaatst naar zijn andere plantage Alkmaar; op dat moment een van de grootste en modernste suikerondernemingen in Suriname.

Op 1 juli 1863 werd Brilletje Magdalena samen met haar zoon, drie kleinkinderen en twee achterkleinkinderen vrijverklaard. In totaal werden die dag op plantage Alkmaar 445 slaafgemaakten geëmancipeerd. De eigenaren ontvingen hiervoor fl. 118.500,- aan ‘compensatie’. Een bedrag dat vandaag de dag een koopkracht van maar liefst 1.2 miljoen euro zou hebben…